Wintergasten
Valt er in de winter nog wel wat te beleven op de Volgermeerpolder? Het antwoord is natuurlijk ja! Hoewel de bloeiperiode voor de planten voorbij is, geven de planten nog steeds bescherming en vormen voedsel voor veel diersoorten. Veel insecten overwinteren in of tussen de plantenresten. Verschillende vogelsoorten schuilen graag in het overblijvende riet en pakken gelijk hier en daar een zaadje mee. Het baardmannetje (Panurus biarmicus) is met zijn zwarte bakkebaarden een opvallende verschijning. Hij voelt zich ook in de winter prima thuis op de Volgermeerpolder. Het baardmannetje eet in de zomer vooral insecten, maar leeft in de winter vooral van rietzaden.
Baardmannetje
De grote zilverreiger (Casmerodius albus) is met zijn witte jas ook een opvallende verschijning. De grote zilverreiger voelt zich op de Volgermeerpolder prima thuis, ook in de koude. Hij loopt vooral langs de oevers van de sawa’s en de watergangen op zoek naar insecten, visjes en kleine zoogdieren.
Zilverreiger
Nog een opvallende verschijning is de bruine kiekendief (Circus aeruginosus). Het is niet de meest kleurrijke vogel, maar met name in zijn manier van vliegen en interactie met andere vogels opvallend. Daarbij kan deze imposante roofvogel je flink laten schrikken als hij plotseling vanuit de oever met zijn prooi in zijn klauwen opvliegt. Vroeger had de bruine kiekendief nogal een slechte reputatie, met name onder de boeren. Tegenwoordig zien we hem graag sierlijk en enigszins nonchalant boven onze rietlanden zweven. Als hij pech heeft wordt hij ontdekt door kraaien of meeuwen die hem onmiddellijk wegjagen. Onder die vogels heeft hij als ‘kiekendief’ nog steeds een slechte reputatie. Of de bruine kiekendief ook in de winter op de Volgermeerpolder blijft is elk jaar weer de vraag. Veel kiekendieven trekken weg om onder de Afrikaanse zon te overwinteren.
Bruine Kiekedief