Geschiedenis

Veen

Waterland is een veenlandschap. Het veen, een bodemsoort van half vergane plantenresten, is ontstaan na de laatste ijstijd, zo’n 10.000 jaar geleden. In deze tijd ontstonden in heel West-Nederland uitgestrekte moerassen. Hierin vormden de afgestorven planten een veenlaag die steeds meer regenwater ging vasthouden.

Dit noemt men hoogveen. In Waterland groeide het hoogveen uit tot een 10 meter dikke laag (van vijf meter onder tot vijf meter boven NAP). Vanaf het jaar 1000 is het veengebied met sloten ontwaterd en ontgonnen voor de landbouw. Hierdoor is het veen ingezakt tot ruim één meter beneden NAP en is het nu kenmerkende veenweidegebied ontstaan.

Turfwinning

In de Volgermeer – toen Veenderij Zunderdorp – werd tussen 1920 en 1955 turf gewonnen door de oude veenbodem af te graven en te drogen op legakkers.  Dat gebeurde met de baggermachine.

Per schip werd de turf via de sluis onder de Veenderijbrug afgevoerd naar de stad en de dorpen in de omgeving. Turf was in die tijd een belangrijke brandstof.

Verveender Arie Stolk aan het werk, rond 1930. Hij is vereeuwigd als bronzen kunstwerk, gemaakt door Heleen Levano, als herinnering aan het zware werk als veenarbeider op de Volgermeer.

Door de grootschalige turfwinning ontstond een waterrijk gebied met diepe ‘petgaten’ (tot vier meter diep) tussen smalle veenstroken, de voormalige legakkers.

Stortplaats

Vanaf 1927 werden de petgaten op de Volgermeer opgevuld met huis- en stadsvuil, tot wel vijf meter boven het water. Zo werd nieuw land gemaakt voor agrarische doeleinden. Het gebied werd geleidelijk dé stortplaats van de gemeente Amsterdam.

Per boot gingen dagelijks de open afvalschuiten naar de Volgermeer. In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw is er erg veel industrieel en chemisch afval gestort.

In de Volgermeer liggen minstens 10.000 vaten chemisch afval met allerlei giftige stoffen waaronder dioxine. Dioxine wordt beschouwd als een van de giftigste stoffen door de mens gemaakt. Het gif was vooral afkomstig van het bedrijf Philips Duphar in het Westelijk Havengebied. In april 1980 werd dit gif ontdekt, de Volgermeer werd toen – en is nog steeds - met een oppervlakte van  ruim 100 hectare de grootste gifbelt van Nederland.

Het Burgerkomitee heeft door actie voeren bereikt dat de gemeente Amsterdam de stortplaats in februari 1981 sloot.

Sanering

Afdekken en controleren

Het vuil ligt ingebed in de veenbodem. Hierin blijken de giftige stoffen vrijwel geheel vast te liggen. Daarom is gekozen voor een relatief eenvoudige manier van saneren: afdekken aan de bovenzijde. Hierdoor is er geen direct contact met het gif mogelijk. Ook wordt steeds gecontroleerd of er geen vervuild grondwater plaatsvindt.

Opbouw van de afdeklaag

De afdeklaag bestaat uit een aantal lagen. Op het vuil liggen grondlagen om het vuilnis te egaliseren. Hierop rust een 2 mm dikke folie, HDPE-folie geheten: hard plastic dat ook rekbaar is, speciaal ontwikkeld voor stortplaatsen. Op de folie ligt een ‘natte leeflaag’, die bestaat uit schone grond en water, dat wordt vastgehouden door dijkjes van klei. Er zijn 59 sawa’s en een centrale watergang.

Natte bovenlaag

Een natte leeflaag bovenop de Volgermeer past goed in het landschap en de natuur van Waterland. Schoon regenwater wordt opgevangen. Er is een ‘nat eiland’ binnen Waterland ontstaan. Door het voedselarme regenwater is de Volgermeer nu een natuur- en recreatiegebied met zeldzame planten, insecten, vogels en dieren.

Veenontwikkeling in vier fasen

Bij de aanleg van de bovenlaag is uitgegaan van het stimuleren van veenontwikkeling. Regenwater is een uitstekende basis voor waardevolle natuur, voedselarm en daardoor soortenrijk. In de waterpartijen zal op termijn van 20 tot 30 jaar veen worden gevormd. De basis voor veenvorming is een natte bodem. Riet is een goede basis, ook andere planten zoals krabbenscheert, zijn geschikt voor de ‘verlanding’  waardoor veenmos kan gaan groeien.

Op termijn kan het riet drijvende matten gaan vormen, die meebewegen op het waterpeil. In deze ‘drijftillen’ verzamelt zich het pure regenwater en ontstaat een soortenrijke vegetatie van veenmos, veenpluis en zonnedauw. Dit zijn de kenmerkende planten van een levend hoogveen. Daarmee is de cirkel rond, het oorspronkelijke hoogveen is terug op de Volgermeer.